Vers vlees voeding
Begin 2017 heb ik een artikel geschreven over vleesvoeding voor de kat, voor het clubblad Noorderlicht, het clubblad van de onafhankelijke noorse boskatten vereniging de Noorman.
Voor deel 1, lente editie 2017, klik je hier.
Voor deel 2, zomer editie 2017, klik je hier.
Toen ik in 2001 met fretjes begon was het voeren van BARF/ prooi net in opkomst. In 2007 kwam Appenzeller Wodan en toen was BARF/NRV al bekender geworden. Toen had ik mijn fretjes en wodan nog deels op brokken staan. De brokken waren er puur voor het gemak als we ergens waren met de hond. Het was zichtbaar niet optimaal. Elke keer wanneer wodan een handje brokken had gehad krabte hij zich wezenloos en vielen zijn haren met bosjes uit en de ontlasting van de fretten stonk echt enorm. In 2009 had ik helemaal geen brokken meer, dat was ook het moment dat gemalen vers (KVV) veel beter verkrijgbaar werd. Toen Boucane kwam (2011), had ik dus al fretten en een hond vers, dat was voor mij dan ook de reden om de katten ook op vers te zetten. En eigenlijk ging dat redelijk vanzelf. Natuurlijk was er wel eens een merk of een smaakje dat niet de katten niet wilde. Gelukkig had ik dan nog fretjes die het wel wilde, of Wodan.
Alleen met het vinden van een oppas was lange tijd wat lastig. Dus er is nog wel eens brokken gevoerd, maar altijd merken die relatief veel meer vlees bevatten dan gemiddelde brok.
Het was al voor 2013 dat ik merkte dat Boucane zijn vacht een en al klitten werd als hij weer paar dagen brokken had gegeten. Dus ook toen besloten brokken helemaal niet meer te voeren.
De beslissing was snel genomen en de brokken vlogen de deur uit. Al snel was het resultaat dat de vacht van Boucane minder rook, minder pluizig was en nauwelijks meer klitte vertoonde.
Ook de ontlasting werd steviger en stonk minder.
Geen van de huidige dieren heeft een problemen gehad met de overschakeling. Zo wilde Celia, die in 2013 hier kwam, na haar eerste keer NRV gegeten te hebben niks meer weten van haar oude brokken. Het eerste nestje wat via Celia kwam is toen al op vers vlees afgespeend en sindsdien doen we eigenlijk niet anders.
De kittens worden hier vanaf een week of 3 – 4 met KVV van verschillende merken afgespeend. Daarnaast krijgen ze op de juiste leeftijd grotere stukken vlees en prooi zoals kuikens en muizen om hun tanden in te zetten.
Dat een hoop cattery’s nog steeds brok er naast voeren, is vooral gericht op het makkelijker verkopen van de kittens. Brokken zijn namelijk zo ingeburgerd dat het kittenkopers vaak onzeker maakt over vers vlees voeding. Ik geef kittens liever een natuurlijke, gezonde start waarbij het lichaam een hogere weerstand heeft dan wanneer ze brokken zouden krijgen.
In brokken zit nauwelijks vlees en is eigenlijk niks meer dan dood gefrituurde vulmiddel om vitaminepreparaten te voeren. De grote hoeveelheid koolhydraten, zouten, suikers en calcium zetten het darmstelsel, en daarmee ook het immuunsysteem, in de jonge levensdagen al onderdruk. Hieronder zal ik uitleggen dat het darmstelsel van katten helemaal niet geschikt zijn voor het verteren van brokken.
Ik begrijp dan ook dat Cattery ‘Ask och Embla’ vrij uniek is in het niet voeren, of zelfs maar het aanleren van het eten, van brok.
Gelukkig stappen steeds meer eigenaren en cattery’s over naar vers vlees voeding. En dat is alleen maar goed, want we willen allemaal dat onze huisdieren langer gezond blijven. Kijk onder ‘links‘ voor andere cattery’s die alleen vlees voeren.
Waarom Natuurlijk Rauwe Voeding?
– De kat is een obligate carnivoor. Dat betekend eigenlijk dat ze puur en alleen vlees eten en geen graan of andere plantaardige stoffen kunnen verteren. En laten die brokjes nou voor ruim 80% uit plantaardige spullen bestaan. Plantaardig materiaal kunnen katten heel slecht tot niet verteren, en dat ruik je bij de ontlasting.
– Heel veel katten drinken te weinig. Dat komt doordat katten van nature hun vocht uit hun prooi halen. Een prooi bestaat voor ongeveer 80% uit vocht, je kunt je voorstellen dat het dan veel minder noodzakelijk is om veel te drinken. Brokjes daarentegen bestaan voor ongeveer 10% uit vocht. Daarnaast bevatten ze zouten en suikers die de lever en nieren overbelasten en zo de vochthuishouding nog meer verstoren.
– Een kat heeft een schaargebit. Een gebit dat is gemaakt om te bijten, scheuren, en knippen. Ze behouden hierdoor een mooi gezond wit gebit. Geen vieze stinkende bek.
– De vacht glimt natuurlijker en voelt zachter aan.
– Minder belasting voor lever en nieren van de kat, de algemene weerstand wordt er beter van.
– Meer energie
– Minder ontlasting, vlees verteerd veel beter waardoor er minder in de kattenbak komt.
– Langer vitaal en gezond
– Minder vaak wormen, teken, mijten en vlooien
– Minder anaalklier problemen
Wanneer je bovenstaande gelezen hebt kun je eigenlijk alleen maar concluderen dat een kat vers vlees dient te eten.
De meeste katten moeten opnieuw leren om vers te eten. Zeker als ze al wat ouder zijn, kan het een hele uitdaging zijn om ze dat te leren. Katten moeten namelijk, vanuit vele generaties terug, opnieuw leren om te bijten, scheuren en knippen met hun gebit. Ook zullen ze opnieuw moeten wennen aan de geur, smaak en texturen van hun nieuwe dieet.
Voer compleet of zelf samengesteld.
De term BARF is een afkorting die staat voor “Biologically Appropriate Raw Food” of, meer gangbaar “Bones And Raw Food”. Alhoewel het een vrij nieuwe stroming lijkt te zijn, is niets minder waar. De oorsprong van deze trend is terug te voeren naar begin 1930. Juliette de BairacliLevy, een holistische dierenarts, adviseerde in haar handboeken het voeren van rauw vlees aan honden. Ian Billinghurst, de Australische dierenarts die door velen als grondlegger van de BARF stroming wordt gezien, geeft aan dat de BairacliLevy een inspiratie vormde voor zijn ideeën.
De richtlijn is dat de samenstelling van het vlees in de volgende percentages wordt gevoerd:
- 50% rauwe vleesbotten (50% vlees 50% bot)
- 20% rauw spiervlees
- 20% rauw orgaanvlees
- 10% rauwe groentes (voor katten verdeel je dit over vleetbot en organen)
Als je botten echt los zou zien van het vlees kom je op de volgende percentages:
- 75% spiervlees
- 25% bot
- 20% organen
- 10% groenten (voor katten dan 5% bot 5% organen)
Deze verhouding kan voor een kat goed zijn, voor de andere kat kan het net te veel bot bot bevatten. Katten kunnen van nature redelijk wat bot verdragen in de voeding.
De verhoudingen kunnen natuurlijk ook in een KVV aangehouden worden. Voor barf is het niet noodzakelijk om alles in stukken te geven, (zelf) gemalen kan het ook.
Kvv is typische Nederlandse aanduiding voor Kompleet Vers Voer. Dat zou dus inderdaad betekenen dat het een gemalen product of een geportioneerde barf is, met een premix toevoeging voor wat je mist of extra wil geven.
Er zijn in de loop der jaren flink wat merken KVV (Kant&klaar Vermalen Vlees) opgekomen. Allemaal met hun eigen verhoudingen, smaken en wel of geen toevoegingen van een premix.
Premix, kunt u zien als een vitaminepil. Door het toevoegen van kunstmatige vitamines en mineralen zou u nog maar één soort KVV hoeven te geven, dat klinkt heel handig, maar het is eigenlijk erg onnatuurlijk. Geef je liever zonder premix, dan dient u dus verschillende soorten te voeren.
Zoals al gezegt kunnen katten weinig met plantaardige producten, dus kvvsoorten met groente of pens er in zijn niet zo geschikt voor katten.
Ik ben al blij als mensen KVV voeren, liever KVV dan brok. Toch vind ik wel dat je moet nadenken of je premix wilt voeren en voor welke merken KVV je dan dus kiest.
Zelf samenstellen
Het voordeel van zelf samenstellen is dat je elke dag weer iets heel anders kunt geven. Zolang je je maar houd aan de percentages van een prooidier. Ik hou zelf de principes van NRV (natuurlijk rauw voeren) aan. Dat betekent 10 tot 15% bot, 15 tot 20% orgaanvlees (hart, lever en nier) en de rest spiervlees.
Dit is een stroming door Tom Lonsdale ontwikkeld, eveneens een Australische dierenarts. Bij strikte aanhangers van deze methode worden geen groenten e.d. toegevoegd.
Deze stroming is redelijk klein en onbekend in Nederland. Zeker in de kattenwereld, ondanks dat juist bij katten het geven van prooidieren zoveel meer is dan alleen voeding.
Aangezien je bot nooit kaal mag voeren, reken ik voor mijn menu met een percentage vleesbot (= bot met nog vlees er aan vast). Welk percentage dat is is altijd beetje gokken en hangt af van hoe goed bevleesd het bot is. Een drumstick is immers anders dan een vleugeltje.
De kattenbak vertelt je veel over of je op het goede spoor zit met de verhoudingen. Krijtwitte en harde ontlasting duidt er bijvoorbeeld op dat je te veel bot voert. De meest makkelijke manier om compleet te voeren is natuurlijk door complete prooidiertjes te voeren. Daar zit alles al in de juiste verhoudingen in.
Wat kan je voeren:
– Spiervlees: kip, eend, kalkoen, konijn, rund, haas, paard, lam, geit, koolvis en zalm.
– Vleesbot: nekken, karkas en vleugels van kip, eend, kwartel, parelhoen en karkas van konijn
– Harten: kip, eend, konijn, haas, rund en lam
– Lever: gevogelte (bijv. kip, eend, fazant) en konijn, haas,
– Nier: konijn, haas, en lam
– Prooi: muis, rat, hamster, duif, kwartel, parelhoen en vis
Een bijzondere toevoeging op het lijstje is gemalen eierschaal. Wanneer de kat om wat voor rede moeite heeft met botjes kun je in de gewichtsverhouding een lepel vermalen eierschaal geven.
U dient dan wel iets mer organen toe te voegen voor een beter calsium-fosfor-verhouding
Varieren
Om compleet te voeren is het niet alleen nodig dat je op de verhoudingen van spiervlees, vleesbot en orgaanvlees let, maar ook dat je voldoende verschillende diersoorten voert. Het beste is om minimaal 5 diersoorten per week te voeren. Dus KVV haas, konijn, kip, fazant, duif, vis en hele prooi muis, hamster, rat of doe eens een dagje zelf samengesteld.
Een kuiken is een goede snack, maar mag nooit dienen als enige hoofdvoeding.
Wat je niet kunt voeren:
– Geen varkensvlees
– Geen gekruid, gezouten of gerookt vlees
– Geen bot dat verhit is geweest, ook niet gerookt of gestoomd.
– Geen bot van diersoorten groter dan een dikke kip (te hard)
– Geen kaal bot
Als je vers gaat voeren, laat je dan niet afschrikken door verhalen over splinterend bot en bacteriën. Zolang je bot niet verhit en geen bot voert van grote dieren, is het niet gevaarlijk. Let wel op of ze goed kauwen en knip vleugeltjes in het hoekje in.
Bacteriën zijn voor een gezonde kat ook geen probleem. Katten hebben een veel korter darm stelsel dan wij en bovendien gaat bij vers voeren gaat de zuurgraad in de maag omhoog. Bacteriën krijgen daardoor geen kans. Rauwe kip of rauw ei zijn voor een kat dus geen enkel probleem.
Hoeveel heeft een kat nodig?
Een gemiddelde kat eet ongeveer 3% van zijn lichaamsgewicht per dag. Dat komt voor een kat van 5 kilo dus neer op ongeveer 150 gram per dag. Die 3% is een vuistregel en niet meer dan dat. Hele actieve katten en kittens eten meer. Kittens eten soms wel meer dan 10% van hun lichaamsgewicht per dag. Vers voeren doe je met je ogen en met je handen. Hoe doet je kat het op wat je voert? Wordt je kat te dun, dan moet je meer voeren. Wordt je kat te dik, dan moet je minder voeren.
Voor vragen kunt u me altijd mailen. Ook kunt u een kijkje nemen op www.gezondvers.nl, www.voerwijzer.com en op www.barfplaats.nl waar vele vragen worden besproken.